NEN8025 Noodzaak inspectienorm voor woningen-APK
Gevaar van woningbranden neem toe door hogere elektrotechnische belasting van installaties Daarmee neemt de kans op brand door bijvoorbeeld kortsluiting ook toe.
- De hoeveelheid apparatuur en installaties in woningen is de laatste decennia enorm gestegen en veranderd. Simpel gezegd: waar we vroeger genoeg hadden aan een enkel stopcontact, hebben we nu een berg stekkerdozen achter de kast liggen, die vol zitten met stekkers van apparatuur maar ook door innovatieve, intelligente en duurzame apparatuur is de belasting anders van karakter geworden.
- Slecht functionerende gastoestellen, waaronder cv-installaties, eisen nog steeds te veel slachtoffers door bijvoorbeeld koolmonoxidevergiftiging.Bij meer dan 40.000 cv-installaties vindt nooit enige controle plaats, terwijl ze vaak verouderd zijn. Dat levert levensgevaarlijke situaties op, denk aan koolmonoxidevergiftiging. Ook de vele verouderde installaties voor elektriciteit, water en ventilatie leveren veiligheidsrisico’s op als ze nooit worden gecontroleerd. De meeste woningen die in de eerste decennia na WO II werden gebouwd zin inmiddels sterk verouderd. En die in de vele groeikernen van de jaren 70/80 zijn ook niet meer zo jong. Bij ingrijpende renovaties dienen elektrische installaties te worden aangepast aan de eisen in de normen anno nu. Maar bij een kleine opkapbeurt of reparatie mag worden voldaan aan de eisen die van kracht waren tijdens de oorspronkelijke nieuwbouw van de woning. De meeste huurwoningen in de groeikernen van de jaren zeventig, tachtig en negentig zullen naar verwachting nog wel voldoen aan de eisen in de toen vigerende normen. Maar de jonge gezinnen die hierin bij herverhuur komen te wonen, sluiten een hoeveelheid apparatuur aan die niet meer vergelijkbaar is met ‘de dagen van toen’.
- Veranderde maatschappelijke ontwikkelingen: Gebruik van PV-panelen, klimaatinstallaties en domotica maar ook (tijdelijke)bewoning van panden die daar oorspronkelijk niet voor bedoeld waren (ombouwen van kantoren tot woningen, vluchtelingenopvang).
- Installaties worden steeds complexer, hierdoor worden ze storings- of afstellingsgevoeliger.
- Toezicht neemt verder af, waarvoor de markt invulling moet geven.Als het gaat om het preventieve toelicht op de veiligheid van de installatietechniek in bestaande woningen is er nog altijd weinig handhaving. Wanneer nieuwe woningen – volgens de NEN 1010 – eenmaal zijn opgeleverd is er gedurende de vele tientallen jaren daarna vrijwel geen preventief toezicht meer op de veiligheid van deze voorzieningen. De bewoner is zelf verantwoordelijk voor de veiligheid, maar de gemeente behoort toezicht te houden. Tot enkele tientallen jaren geleden hielden de energiebedrijven nog wel een vinger aan de pols. Maar die zijn inmiddels geliberaliseerd. Zij hebben nog wel de wettelijke taak om voorlichting te geven. Controle en handhaving zijn een taak van Bouw- en Woningtoezicht, maar in de praktijk komt daar weinig van terecht wat kan leiden tot onveilige installaties en steeds grotere kan sop ongelukken. De veiligheid van nieuwbouw wordt de komende jaren ook meer en meer in handen van de markt zelf gelegd. Voor verzekeraars zou ook een interessante rol weggelegd kunnen zijn, denk aan het verlagen van verzekeringspremie als woningbezitters hun elektra, gas- en leidingwaterinstallatie laten keuren op basis van NEN 8025.
- Marktvraag is aan het veranderen, onder meer door meer aandacht voor ventilatie en energieverbruik. Meer aandacht voor woningventilatie door een dichtere gebouwschil veroorzaakt door het nastreven van een beter energielabel.
Toepassingsgebied NEN 8025
Het onderwerp- en toepassingsgebied van NEN 8025 betreft het beoordelen van de veiligheid van bestaande technische installaties en technische voorzieningen in woningen. Het gaat hierbij om de deelgebieden gas, water en elektra. Het gaat vooral om de visuele inspectie van zaken als gasleidingen en -aansluitingen, de aangesloten verbrandingstoestellen, de status van de meterkast, de wandcontactdozen en schakelaars, de aardklemmen, de afvoeren en riolering, en de ventilatiesystemen. Bouwkundige onderwerpen zijn bewust buiten het werkgebied gehouden, omdat die al in andere normen aan bod komen. Veiligheid is het uitgangspunt in de norm. Maar wat is veilig genoeg? En wat is in een korte inspectie van enkele uren goed te controleren? De commissie heeft geprobeerd om hier in de norm een praktische invulling aan te geven.
Basis van de nieuwe norm vormt de eerder gepubliceerde NTA 8025, deze sloot echter steeds minder aan bij de praktijk. Belangrijkste wijzigingen liggen op het gebied van de veiligheid van woninginstallaties.
Een technische installatie is een gebouwgebonden installatie. Hieronder valt:
- een elektrische installatie ten behoeve van opwekking, transport, omzetting en gebruik van elektrische energie, en die een vast onderdeel vormt van een gebouw;
- een gasinstallatie met vast aangesloten apparatuur, rookgasafvoer en ventilatie ten behoeve van de veilige werking van gasapparatuur;
- een ventilatie-installatie met luchtrooster of -kap voor de toevoer van buitenlucht en de afvoer van afvoerlucht, mechanische ventilatie-eenheid, luchtkanaal en dergelijke;
- een leidingwaterinstallatie met appendages, warmtapwaterbereider, terugstroombeveiliging, drukbeveiliging en dergelijke.
Een gebruikersvoorziening is een niet gebouwgebonden technische voorziening. Hieronder valt:
- veelal niet vast aangesloten elektrische apparatuur die wordt gebruikt in een woning, zoals een koffiezetter, versterker, vaatwasser, wasdroger, router, PC, alsmede een verlengsnoer, verdeeldoos en alles waarbij elektrische energie wordt toegepast;
- veelal niet vast aangesloten gasapparatuur, zoals een gasfornuis of gaswasdroger;
- veelal niet vast aangesloten voorzieningen voor het gebruik van leidingwater, zoals een vaatwasser, wasmachine, vulslang of tuinsproeier.
De norm omschrijft het maatschappelijk aanvaardbare minimale veiligheidsniveau en een methode om de frequentie voor beoordelen te bepalen. Verder beschrijft NEN 8025 alles wat noodzakelijk is voor een maatschappelijk verantwoorde uitvoering van de beoordeling. De norm richt zich op de bestaande technische installaties en voorzieningen. Het gaat daarbij uitdrukkelijk om de veiligheid, en niet om goede werking.
Gebruikers NEN 8025
NEN 8025 is interessant voor de installatiebranche, opleiders, inspecteurs. Maar ook vereniging van eigenaren (VVE’s), woningbouwverenigingen, woningcorporaties, commerciële verhuur-organisaties, vereniging Eigenhuis en verzekeraars.
Nut van NEN 8025
- Commercieel aantrekkelijk om de norm te gebruiken
- Handige methode voor het bepalen van de tijd tussen twee opeenvolgende beoordelingen.
- Helpt bij een advies om eventuele defecten weg te nemen.
Verplichting NEN 8025
De overheid heeft NEN 8025 niet verplicht gesteld, de norm kan gezien worden als zelfregulering door de markt, een maatstaaf en methode voor de periodieke inspectie van de installatietechniek in bestaande woningen.
Toepassing van de norm is voor woningverhuurders een methode om aan te tonen dat zij aan hun zorgplicht voor de veiligheid van de huurders voldoen. Deze plicht is wel in wetgeving vastgelegd.
Ook particuliere woningeigenaren zijn wettelijk verantwoordelijk voor de veiligheid in en m hun huizen.
De zorgplicht die een eigenaar heeft van het vastgoed geregeld in de woningwet:
Woningwet Artikel 1a, lid 1: De eigenaar van een bouwwerk, open erf of terrein of degene die uit anderen hoofde bevoegd is tot het daaraan treffen van voorzieningen draagt er zorg voor dat als gevolg van de staat van dat bouwwerk, open erf of terrein geen gevaar voor de gezondheid of veiligheid ontstaat dan wel voortduurt
Doel van inspectie volgens NEN 8025
Doel van de inspectie is uitsluitend voorkomen van:
- Schade en letsel door onder meer brand, elektrische aanraking (schok), vonkvorming en vlambogen;
- Het vrijkomen van explosieve gassen;
- Het ontstaan van explosieve gassen;
- Het ontstaan van verbrandingsgassen (CO2);
- Het ontstaan van problemen met het leidingwater;
- Het ontstaan van ongezonde lucht door een gebrek aan – of vervuiling van – ventilatiesystemen.
Bij dit alles wordt het nodige getest en gemeten maar niet zo heel veel, het gaat vooral om de visuele inspectie van zaken als gasleidingen en -aansluitingen, de aangesloten verbrandingstoestellen, de status van de meterkast, de wandcontactdozen en schakelaars, de aardklemmen, de afvoer en riolering en de ventilatiesystemen. Deze laatste kunnen bij onvoldoende onderhoud van gesloten systemen eveneens gevaar voor de gezondheid opleveren.
In NEN 8025 staat daarnaast vooral:
- Wat de woninginspecteur moet doen;
- Hoe hij dat doet;
- Hoe hij dat rapporteert aan de opdrachtgever;
- Welke vakbekwaamheidseisen hiervoor nodig zijn.
Bron: www.nen.nl/elektrotechniek/inspecteren/woning-apk